De twee gitaren

In een klein muziekwinkeltje, verstopt in een steegje, stonden twee gitaren zij aan zij. De ene was een glanzende, moderne elektrische gitaar met een zwarte body en glinsterende metalen snaren. De andere was een sierlijke, houten akoestische gitaar, haar lak iets verweerd door de jaren, maar met een warmte die bijna tastbaar leek. "Waarom kijkt iedereen altijd eerst naar jou?" vroeg de akoestische gitaar zachtjes. "Je hebt al die kabels en versterkers nodig om te klinken. Ik kan gewoon zelf zingen." De elektrische gitaar lachte en liet haar snaren zachtjes trillen. "Misschien, maar mijn stem kan veranderen in duizend tonen. Met een klein beetje hulp laat ik iedereen dansen." De akoestische gitaar glimlachte. "Dansen is leuk, maar ik laat mensen luisteren. Mijn klanken brengen rust na een lange dag." Ze vielen stil toen een jonge muzikant de winkel binnenliep. Hij bekeek beide gitaren zorgvuldig. Eerst tokkelde hij een paar akkoorden op de akoestische gitaar, haar warme geluid vulde de ruimte. Daarna probe